< > >

Drenthe wordt qua vorm wel vergeleken met een omgekeerd soepbord. Centraal ligt het Drents Plateau. Een hoogvlakte die tussen de tien en twintig meter boven het zeeniveau ligt en waar de grond droog is. Aan de randen van het plateau ligt de grond een stuk lager en is de bodem natter. Deze drassige “randen van Drenthe” waren van grote invloed op de geschiedenis van Drenthe.

Bufferzone

Al in de prehistorie vormde de natte rand van Drenthe een bufferzone tussen Drenthe en de buitenwereld. De uitgestrekte velden, heide met vennen en moerassen maakten het land moeilijk begaanbaar. Slechts op een paar plekken kon men van buiten de doorsteek maken naar de hoger gelegen, droge zandgronden.

Veenontginningen

In de loop der eeuwen groeide er een dik veenpakket in de lager gelegen delen van de provincie. Wanneer veen opdroogt, ontstaat turf. Een zeer goede brandstof die je kunt vergelijken met olie en gas. Het veen vormde een goede verdienste voor de Drenten. In de 11e eeuw werd vanuit verschillende boermarkes in Drenthe begonnen met het ontginnen van veen. Tussen de 11e en 16e eeuw ontstaan op de zandruggen tussen het veen verschillende ontginningsdorpen, waaronder Wapserveen, Nijensleek, Zuidlaarderveen, Eexterveen, Gieterveen en Gasselternijveen.

Handel in het bruine goud

In de 17e-eeuw kwam de handel in turf pas echt goed op gang. Het waren Amsterdamse kooplieden die aan de basis stonden van de grootschalige turfindustrie. Rijk geworden door de bloeiende wereldhandel, investeerden zij in de aanleg van kanalen. Zo werd in 1627 de Hoogeveense Vaart in gebruik genomen, die Hoogeveen via Meppel met de Zuiderzee verbond. Vanaf de Zuiderzee konden de schepen met turf Amsterdam bereiken, waar de turf werd gebruikt in de huizen en fabrieken van de kooplieden.

Nieuwe Drentenaren

Het graven van de kanalen en dwars daarop brede sloten (“wijken”) had ook een tweede belangrijk doel. Het zorgde voor de afwatering van de veengebieden, waardoor het veen droog kwam te liggen en klaar was om als turf te worden gewonnen: dit gebeurde door de turf in plaggen af te steken, en vervolgens over de kanalen naar hun bestemming te vervoeren. Voor het afsteken van de enorme hoeveelheden turf, vestigden zich vele duizenden arbeiders in Drenthe. Zij vestigden zich in kleine plaggenhutten en huisjes dichtbij de veenafgravingen. Ook vanuit Duitsland trokken grote aantallen seizoenarbeiders naar Drenthe om in de turfindustrie te werken. Zij werden Hannekenmaaiers genoemd.   

Nieuw landschap

De turfwinning veranderde het karakter van Drenthe in hoog tempo. Het landschap werd doorsneden door grote kanalen en in de veenkoloniën ontstonden tientallen nieuwe dorpen. Op de gronden die vrijkwamen bij het afgraven van het veen, vestigden zich nieuwe boeren die de gronden gebruikten voor akkerbouw en veeteelt. De nieuwe boeren waren vaak afkomstig van buiten de provincie. Het altijd zo geïsoleerde en rustige Drenthe, met zijn boermarken en grote mate van saamhorigheid, veranderde onder invloed van de drukte aan de randen.

Ervaar het zelf

Zelf het erfgoed in de provincie Drenthe beleven tijdens een leuke activiteit? Plan je bezoek met behulp van onze speciale kalender!

Plan je bezoek

Ontdek de tijdlijnen

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.

Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.