< > >

Vanaf de 14e-eeuw vormde de boermarke, ook wel buurschap genoemd, de belangrijkste basis van het leven in Drenthe. Deze boermarken waren autonoom en regelden al hun zaken zelf. Op regionaal niveau was de “Drost van Drenthe” verantwoordelijk voor het landsbestuur. Pas aan het begin van de 19e eeuw kwam er een einde aan het zelfbestuur van de Drentenaren.

Van Boermarke tot Etstoel

Een boermarke werd geleid door de boer met de meeste grond, de boerrigter. Wanneer er iets besproken moest worden, riep deze alle leden van de boermarke met de boerhoorn bijeen. Voor bestuurlijke en gerechtelijke zaken die het eigen grondgebied overstegen, was er de Etstoel. Dit bestuurs- en rechtscollege stond onder leiding van de Drost, aangesteld door de graaf van Drenthe.

Drost van Drenthe

De Drost was niet alleen voorzitter van de Etstoel, maar ook rentmeester van de bisschoppelijke goederen en andere inkomsten. Vanuit de handelsstad Coevorden, toen de enige stad in Drenthe, regelde hij als landsheer de dagelijkse gang van zaken in het landsheerlijk bestuur en zorgde hij voor de verdediging van het land. 

De Landschap

Pas in 1603, ruim twee eeuwen later, kwam er een verandering in de Drentse zelfstandigheid. In dat jaar werd door de Staten-Generaal ‘de Landschap’ opgericht. Binnen dit nieuwe bestuursorgaan bleef de Drost de belangrijkste functionaris, maar werden ook een aantal Gedeputeerden aangesteld. Het college van Drost en Gedeputeerden legde verantwoording af aan de ‘Eigenerfden’, de boeren met eigen land, en de ‘Ridderschap’, de Drentse adel. Het nieuwe college kreeg een onderkomen in het klooster Mariënkamp in Assen.

Havezate

Tot de oprichting van de Ridderschap had de adel in Drenthe, in tegenstelling tot in andere gebieden in Nederland, weinig te vertellen. Nu werd zij voor het eerst als een aparte stand erkend. Om te worden toegelaten tot de adellijke kringen, moest een edelman beschikken over een groot huis, ook wel ‘havezate’ genoemd.

Officieel een provincie

Vanaf het begin van de 19e eeuw leverden de boermarken langzaam aan zelfstandigheid in. Van grote invloed hierop was de oprichting van de gemeenten in 1811, tijdens de Frans-Bataafse tijd. Hierdoor kwamen er nieuwe bestuurlijke en wettelijke regelingen. Ook sociaaleconomische ontwikkelingen en een betere bereikbaarheid hadden hun invloed op de zelfstandigheid van de Drentse dorpen. Nadat in 1813 Napoleon werd verslagen, werd in 1814 een Nederlandse grondwet aangenomen. Hierin werd voor het eerst het begrip provincie genoemd. Een jaar later volgde de stichting van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

Ontdek de tijdlijnen

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.

Deze website maakt gebruik van cookies die noodzakelijk zijn om de website zo goed mogelijk te laten functioneren. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met het gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies worden geplaatst.